20 November 2012

Langs de rivier

Op zondag fietsen we langs de rivier. De rivier heeft de provincie veel welvaart gebracht. Immers; op het water zijn de transporten soepel te doen. De rivier stroomt jaarlijks regelmatig over. Dan worden de tuintjes langs de rivieroevers, met kolen en uien op een rij, volledig weggespoeld.  Er hurken vrouwen die de was doen op een wasbord. Mannen zijn aan het vissen. Onder een brug groepen mannen samen rond houten tafels om te dobbelen. Dat dobbelen is een nationaal gevaar. Menigeen heeft er zijn vermogen mee verspeeld en eindigt onder voor altijd onder diezelfde brug. De rivier kronkelt voort tot ver achter de bergkammen. De hoge wanden langs de rivier zijn gedecoreerd met, hoe kan het ook anders, blauwe keramiek tegels. Ik zie blauwe werelddelen,  blauwe schepen en blauwe mensfiguren die de porselein delven en verwerken  in alle stadia. In grote platen zijn deze voorstellingen, de trots van Jingdezhen, op de verharde rivierwanden aangebracht.



De rijkdom en voorspoed die de porseleinklei met zich meebrengt geldt nooit voor iedereen. Er is veel armoede. Onder de brug is een hol,  daar woont iemand. Je ziet vergroeide bedelaars, oude (vast jonger dan ik) tandeloze mannen die hun groezelige hand ophouden. Ondertussen fietsen we lekker op onze gammele rammelende vehikels langs het kronkelende brede water, langs kuierende mensen in de zondagsrust. Het weer is helder maar koud.  Het is stil. Als we terug gaan toetert het verkeer in de stad  onze oren doof. Eenmaal thuis zijn we allemaal ziek. Buikgriep. Toch een virus binnen geslopen?

1 comment:

  1. Hoi Saskia, heerlijk die verhalen steeds mee te lezen, zo blijf ik nog wat langer in China.
    Hoe lang blijf je nog? Hoop dat je snel opknapt, en aan het werk kan blijven.
    Veel plezier nog!
    Marian

    ReplyDelete