20 December 2010

Een Nederlandse Chinees

Tijdens de avondmaaltijd schuift een Nederlands-Chinese kunstenaar "Zhuang Hong Yi" aan.
Zhong woont in Den Haag, hij heeft een werkplaats op de Van Leijenberghlaan in Amsterdam en één op de Chinese Van Leijenberghlaan te Beijng.
Als Zhuang twintig jaar geleden (het kunstklimaat in China geeft geen mogelijkheid voor individuele ontwikkeling) voor een jaar aan de Minerva-Academie te Groningen als enige Chinees studeert, wast hij af bij de kroeg om de hoek voor zijn onderhoud. .
Voor de tweede leerjaar aan de Academie wordt Zhuang afgewezen maar de directeur geeft Zhuang een solo-expositie en vanaf dat moment gaat de bal rollen.
Zhuang heeft een Gronings vriendin en denkt over trouwen. Echter, grote schok: ze maakt het uit en blijkt zwanger van een ander. Dan staat het besluit van Zhuang vast: geen avonturen meer op dat gebied en hij trouwt de dochter van zijn leraar in China.
Ik vraag Zhuang of hij last heeft van de huidige financieele crisis. Absoluut niet, zegt hij, want het is het Jaar van de Tijger. Op een morgen werd hij wakker met zijn haar recht over eind. Uitleg hoeft niet meer: de kunstenaar Zhuang is De Tijger.
Zhuang exposeert overal in de beste galeries; Galerie Schrijver in Keulen, Mevrouw Schoots te Eindhoven, Seasons te Den Haag.
Galeries geven zijn naam onderling door en er is haast bij want Zhuang is immers al achtenveertig. Hij moet productie kunnen garanderen. Na zijn vijftigste levensjaar gaat het vast rap bergafwaarts met de aantallen werk en als zakelijk galerist moet je op voorraad kunnen rekenen.
Daarom is Zhuang nu eventjes terug in China. In China kan je voorraad maken.
Waar je in Nederland zelf staat te sjouwen en te beulen omdat er niémand is om je te helpen, staat iedereen in China voor je klaar. Alles werkt er als een geoliede machine.

Zhuang spreekt geen Nederlands. In China voelt hij zich licht onwennig.
Waar ze in Nederland en België springen om zijn werk is men terughoudend in Beijng. Zijn werk is té individueel en teveel "Chi".
Zijn Chinese vrouw en kinderen zijn in beide culturen thuis. Ze gaan straks skiëen in Oostenrijk.
Zhong zal mijn werk voorstellen aan enkele galeries in het Westen en ik mag altijd in zijn huis logeren in de Van Leijenberghlaan te Beijng.
Misschien eerst maar eens langs op de Van Leijenberghlaan in Amsterdam.

19 December 2010

YAOLI

Een uur ten zuiden van JingdeZehn ligt Yaoli, vlakbij Kaolin.
Yaoli, eenvrijwel onaangetast dorpje langs een heldere rivier, stamt uit de Ming dynastie. De houten huizen zijn prachtig bewerkt en binnen lijken het wel catacomben, donker en weinig meubels, stenen wanden met houten voorzetsels. Overal hangt de groente te drogen, grote platte manden vol champignons en knollenschijven (rettich) liggen in de zon en de andijvie hangt aan haakjes. Klokke twaalf rent iedereen die er woont naar buiten met een rijstkom en lepelt of stokt de rijst naar binnen, zittend op een laag krukje, de kippen erom heen en hier en daar een gele hond, type coyote. Kleuters met een open split in hun broek (handige open bilpartij) kruipen rond. De vrouwen kijken naar ons, niet naar de kinderen.

In het huis waar de werkmannen verbouwen zijn alle houtsnijwerken beschadigd, houten figuren zijn weggehakt uit pure vernielzucht. De interieurs zijn niet ontsnapt aan de vernielingen tijdens de Culturele Revolutie rond 1970. Er heeft een Beeldenstorm gewoed die net niet bij de nok kon komen. Beschilderde papieren vazen op de houten wand komen tevoorschijn als je met je hand het stof wegwuifd. De wanden zijn met oude kranten uit 1987 beplakt. De moeder (van goede huize) van mijn Chinese vriendin weet nog dat in 1970 de mannen met geweren in de wieg van de baby porden op zoek naar sieraden en mooie kleren. Kasten werden omver gegooid, huizen in brand gezet, haar man werd weggevoerd om in een kamp zelfkritiek te geven. Dit huis heeft hetzelfde lot ondergaan.

De werkmannen hebben gekookt, een behoorlijk Westers restaurant valt erbij in het niet, zo lekker is het, een grote kom met varkensvet daargelaten. Iedereen krijgt uit een plastic oliefles een flinke scheut lokaal gestookte alcohol ingeschonken. Een werkman (fijne rinmpels in het vermoeid gezicht, slechts twee tanden, en een lekkere sigaret achter het oor) geeft aan dat hij maar tot mijn schouder reikt. Het moet voor hem een vreemd gezicht zijn om een Westerse reuzin in kleren te zien die zijn moeder dagelijks draagt. Een beetje alsof een Spanjaard een Zeeuwse Kap of een Bunschoter Jak zou dragen.
De bouw vordert: houte ronde palen vormen met pen/gat verbinding een staketsel voor een aanbouw, alles volgens de antieke manier. Buiten, boven de houtkrullen hangen varkenshammen.

Op de doodstille weg door rijstvelden, vlak voor Yaoli zien we een tent in de berm. Een verkoolde brommer ligt plat op het asfalt, een autowrak ernaast. Als we terugrijden is de situatie veranderd: de tent is leeg, twee doodskisten staan nu in een open vrachtwagen. De kisten staan er al dagen, legt mijn Chinese vriend uit, de verre familie heeft geen geld om ze op te halen.



14 December 2010

KARAOKE

Het is Bonte Avond, we gaan met de gansche groep naar de Karaoke. Ik zeg steeds Karááoke. Fout. Karaokéé.
De werkmannen, (pottendraaiers en timmermannen)de vrouw van de werkman (130 cm hoog, rode wollen muts) de meisjes (Legerkistje & Langhaartje) mijn vriendin Wenying, een vrouw die een Hoge Piet is bij ruimtelijke Ordening van deze Provincie en nog een paar mensen.
Het is een avond uit!

Er is een zaaltje gereserveerd met een lange bank, in het halfdonker dwarrelen electronische lichtjes neer en het raam, lekker fris, staat open. Er wordt lekkers neergezet, meloenschijven en thee. "Take some flute!" Roodwollen Muts knijpt steeds in mijn knie, we biggen tegen elkaar. Ik maakte haar portretje in klei en ze is er erg trots op.
Wil heeft een fles wijn bij zich, die schenken we uit over twaalf man. Op het projectiescherm verschijnen filpmjes met Chinese zangers in pasteltinten en het is een drukte van belang om liedjes uit te zoeken: Whitney Houston of Madonna? Marvin Gay (wie is dat ook weer) of een Chinese popstar?
Niemand durft de microfoon te pakken. De muziek staat zo hard dat je niks verstaat en we zitten allemaal naast elkaar een beetje te lachen. Wie wel de microfoon pakt hoort zichzelf niet meezingen, dat is een voordeel. Dan komt er een mollige man binnen, zijn ogen liggen als bolle eieren in zijn gezicht: de baas van de Hoge Piet.
Hij pakt de microfoon en zingt ongelooflijk vals een lied mee. Hij kijkt ondertussen naar de Chinese tekst onder aan het scherm waar een knappe jonge man met open bloes in de wind op een bergtop gekweld naar den einder kijkt. De Baas voelt zich als de Open Bloes en gebaart naar mij; ik moet meezingen. Natuurlijk zing ik mee; ik kan immers Chinees praten én -lezen! Dan wil hij dansen met Wenying en mij. Wil springt op en danst met hem. Deze lange Hollandse Sliert, Dé Angst van elke mannelijke Chinees, voert met Baas een swing uit. Baas lacht, in het kantoorleven is hij een beul, schreeuwt Hoge Piet tegen Wenying, die vertaalt. Godelief trekt de grootste plakkers van de bank en met ogenschijnlijke tegenzin beweegt alles voor het grote lichtscherm. Voor één keertje in je leven voel je je de ster van de avond.
Bij de Chineese tearjearckers gaat iedereen los en als de chauffeur van het busje ook nog binnenkomt weten we ons één grote familie.
De thee is op.
We gaan terug.

Sentimenteel duiken we de bus in na tweehonderd yuan (twintig euro) neergelegd te hebben voor de hele avond. In de bus zingt de Oude Pottenbakker Mongoolse liedjes, hij maakt vreemde duiken en draaien met zijn stem. Het klinkt prachtig. De chauffeur van de Sanbaobus (ziet eruit als een bankovervaller) zingt een lied over een meisje dat hij uit het naburige dorp gaat ontvoeren. Schietende handgebaren en meedeinende armen, de bus maakt sprongen over de kuilen. Als haringen in een vat, zo vol is de bus en we lachen want de avond was tóp.

Eenmaal terug op de kamer wordt er geklopt; het zijn Legerkist en Langhaar. Ze geven me een zelfgemaakte zakdoek ("jaa, staat leuk zo, die zakdoek in je haar") als afscheidscadeau; "You are my idol". Ze komen gauw langs in Nederland want échte vriendschap gaat nooit over.
Kom daar mee eens thuis om.



Saskia Pfaeltzer
http://www.pfaeltzer.nl

13 December 2010

De Meester


Ik ben in de leer bij De Meester in Chinees Schilderen. De Meester (50) spreekt geen Engels en woont 20 trappen hoog in een kale luxeflat (Platte plasma televisie van zeker een meter breed!) met oma, vrouw, dochter, zuster plus man en nog wat familie. Ik kijk bij de broer naar binnen: het lijkt of de flat nog niet is opgeleverd maar, midden in deze bouwkeet, achter de bestoomde glazen douchedeur zie ik een vaag rozig figuur zich inzepen. Etensresten staan op tafel. De broer met fietsenrek en overbite kijkt lachend de gang in. Ze wonen er al jaren. Iedereen draagt een dikke jas en we krijgen sloffen aan. 

Chinees schilderen begint vanuit de Chinese traditie en je mag er niks aan veranderen. Hoewel om ons heen flatgebouwen oprijzen en buiten geen boom te bekennen is, schildert De Meester landschappen in flarden mist met rustieke houten huisjes en oude mannen in ochtendduster met d'r lui haar in knot. Wat er buiten de grenzen gebeurd interesseert De Meester niets. Ook de moderne kunstproducten laten hem koud. Je kan pas echt Chinees schilderen als je helemaal de Chineese cultuur begrijpt; geen beginnen aan dus. Maar toch, De Meester wil mij graag onderrichten.

Je begint met een boom. Nee, eerst meng je de beste inktstaaf met water, net zolang tot een gevoel je buik begint te warmen.  Je legt rijstpapier neer, plaatst kommen met water, je ademt diep in. Het is als Thai Chi, er moet een geest ("Chi") tot je komen. De paardenhaarkwast doop je met de punt in de inktpot en daar ga je. De "Chi" is er. 
Dan gaat de telefoon. Die gaat de hele tijd. 
De oma (vierkante vrouw met bloempotkapsel) komt langs met de heetwaterkoker voor de thee. Ik doe het fout, De Meester zegt dat ik er een zootje van maak en mijn landschap moet over. Je krijgt maar één keer de kans om een lijn goed te zetten, vol "Chi".  
Pikzwart en uitwasemend vloeit de inkt, die je ruiken kan, in het papier. Ik toon De Meester, die een zachtaardige man lijkt, mijn tekeningen die ik eerder maakte. Hoewel hij mooie lijnen ontwaart is het vieze vuile inkt, gebaart hij, en ontbreekt er een hoop Chi. 
De Meester toont me calligrafische teksten en ik begrijp hoe de, tot letters gevormde, adem danst over het papier, hoe de penseel een verlengstuk is van de Geest die tot je moet komen. 
Om een brug te slaan schrijf ik mijn naam in mooie krulletters. Decoratie. Het is als vloeken in de kerk.  Hij wuift met zijn handen. Weg, weg. 
We gaan verder met "Vogeltje op Bamboetak" schilderen. Na vier vogeltjes ben ik uitgeput. 

De Meester brengt mij thuis in zijn, met wit leer bekleedde, luxe Volkswagen, over de weg vol kuilen. 
Ik wil ook met Chi kunnen schilderen.
Ik ben een beetje van slag.






Saskia Pfaeltzer
http://www.pfaeltzer.nl


De maaltijd I

Rijst eten

De maaltijd II

"Chi"






4 December 2010

Eten


Wat eten we nog meer? 

Gebakken thee. 
Hardgeslagen eiwit drijvend in de soep. Vreemde langwerpige stukken luchtpijp, onderverdeeld in kamers. Maar het zijn gekookte bamboerepen.  
Stukjes rubber ter grootte van een stevige vingerkoot? Jonge pastinakenscheutjes. 
Zeewier, rubberachtig zwart, ligt drillerig tussen de gekookte peterselie. 
Aubergines in folie, sissend, want net van het vuur, worden geserveerd in een gloeiend hete donkere aarden pot. De rijst komt in een houten trog op tafel naast een hete soep van sterke likeur. Erg goed als je met dubbele gewatteerde jekkers aan rond de tafel zit, terwijl de deuren en ramen tegen elkaar open staan om de boel eens flink door te laten waaien. 
Ik draag oor-, been- en armwarmers, wanten en een gevoerde maillot onder matrasbroek. Toch is nog ijskoud. Zo gaat die likeursoep er wel in. 
De huizen zijn niet geisoleerd. 

Een kip wordt voor mijn ogen geslacht en met kop en poten in de pan gegooid. Een lekkernij is ook Eendensnavel met de kop eraan.  

Ook nog gegeten: grote pan afwaswater op een electrische plaat waarin je gewassen andijviestruik gooit, ballen met vlees en nog meer zooi. Na een minuut vis je dat eruit en slurp je het op. Een boer erna geeft aan dat je het eten waardeert. Echt lekker en vooral GEZELLIG eten. 
Klap op de vuurpijl is om een levende aap het schedeldak te lichten en de hersenen eruit lepelen terwijl het dier je hongerig aanblikt. Dit is een recept uit het zuiden van China. Ik heb het voorrecht nog niet gehad om een vorkje mee te mogen prikken.  

Op de markt liggen handgrote padden (levend) in emmers te wachten op de pan. Levende vis wordt doorgesneden met kloppend hart en opgeblazen longen. Allemaal erg maar vast ook lekker. En je gelooft het niet: vissenvellen, specialiteit van Guang Zhou. Tikje smerig qua smaak én uiterlijk,  maar ik deed niet kinderachtig en at het gewoon. Niemand wilde meer toen ik zei dat het slangenvellen waren.

Het smaakpalet varieert van zoetzuur naar bitter. Zout en peper worden niet toegevoegd, wel pepertjes. Veel olie in de wok, en veel stoom. De techniek van het snijden, drogen en vetarm houden is verfijnd. 
Met stokjes eet je allemaal uit dezelfde schaal. Met stokjes werk je het je mond in, doorsnijden mag niet. We zijn een Aziatische variant op de Aardappeleters.

Saskia

Drie grote kisten met beelden staan klaar voor transport naar Nederland. Mijn reis is ten einde. Het was een fantastische tijd.

paddenstoelen met kousenband

levende padden in een net

vreemde knollen, aan elkaar gegroeid

Haas

eend en gans op de markt

longen van de vis

op de markt










2 December 2010

Schrijven


Behalve Spreken wil ik ook Schrijven. Je doet het helemaal of je begint er niet aan. Dus dan alles maar tegelijk. Ik koop een penseel, inkt en een speciaal, voor Chinees schrift, in blokken verdeeld papier en een boek "Chinees lezen en schrijven".
Chinees schrijven is aan strenge, vastgestelde regels gebonden en het is zeker niet zomaar wat wegkwasten.

De Chinese karakters (de eersten dateren van 1500 voor Christus) zijn eigenlijk kleine compacte tekeningetjes. Maar omdat ze niet toereikend waren om ingewikkelde begrippen te duiden werden het allengs samengestelde symbolen. 
Het teken(karakter) voor "vrouw met kind" betekent "goed" en een varken onder een afdak is "thuis". Het teken voor spraak samen met -blind betekent "leugen". Er is een teken voor "even flink doorlopen", hetgeen wat anders is dan "een stap met de linkervoet". Nu loopt iedereen hier even flink door maar er zijn er ook die de linkerstap nauwelijks voor de rechter krijgen dus zo'n karakter komt goed van pas. "Rijst, ongekookt" weet ik goed te onthouden, zo ook het teken voor "ezel /huishouden". Eén teken geeft de aard van het hele karakter weer, zoals "hart" bij het karakter "vrouw, kind, hart": "goedhartig". 

Sommige tekens zijn bijna identiek zoals Hemel en Graan, slechts een scherpe observeerder ziet dat de horizontaal iets schuiner bij Hemel is  dan bij Graan. Je hangt het penseel loodrecht in je hand en kwast op het papiermet vinnige streken van buiten naar binnen. Het is een oefening in compositie en het moet in één keer goed. Elke Chinees kan me verbeteren; de penseelstreekstreek moet hier een millimeter langer of daar moet een haakje.

Ik moet de bijbehorende woorden van de tekens en de uitspraak ervan onthouden. Want je kan de tekens wel herkennen maar je weet het woord in het Chinees niet.  De uitspraak moet fonetisch (met de klanknadruk) opgeschreven worden. Dit heet Pinyin. 
Ik krijg het haast niet voor elkaar. 
Toch schiet ik vanochtend ineens op de markt uit en roep: "Varken!". Ik roep het wel drie keer. 
Het staat op een bord boven een vrouw met schort voor, die met een hakbijl dikke roze gespleten poten aan stukken hakt. 

Saskia



Saskia Pfaeltzer