30 November 2010

The Asian Sports Games


Met vriendin Godelieve vlieg ik naar Guang Zhou/Canton, een stad vlakbij Hongkong met ruim tien miljoen inwoners waar we opnamen willen maken voor haar project (zie website). Guang Zhou/Canton werd gesticht in 214BC.  De eerste Europeanen waren de Portugezen die er in 1514 landden,  gevolgd door de Hollanders een eeuw later.  De Hollanders stichtten er een VOC handelspost in 1729.

In deze stad zijn de Asian Games georganiseerd, heel belanrijk voor sportbetrekkingen met de omliggende landen. Alom zijn parken met bloeiende bomen en bloemvelden in de vorm van de sporten die we kunnen zien: hardrennen, paardrijden, speerwerpen etcetera. Langs glooiende driebaans viaducten rijden we naar ons hotel door een woud van wolkenkrabbers, getooid met architectonische lichtkronen . Het is warm herfstweer en in dunne kleren kiezen we een overvol restaurant waar we kip (met de kop) en vissenhuid eten.

De Asian Games met KuweitIran, Uzbekistan, Maleisie, Egypte, Irak, Taiwan, China Honkong, Indonesie en Korea  is het tweede grootste evenement na de Olympische spelen en is uitstekend georganiseerd. In een van de enorme grote stadions kijk ik de hele middag naar karate. 
Witgekleedde felle vrouwtjes slaken hoge krijsende kreten en ze lijken te dansen op een hete plaat voordat ze elkaar omverklappen met nog een trap na. Meisje Korea slaat meisje Uzbekistan (plat dof gezicht, onaangedaan) een blauw oog. Iraanse lange slungel dankt Allah huilend op zijn knieen voor zijn overwinning op Kuweit(kort, pezig). 
Bij de prijsuitreiking krijgt iedereen een hand van de burgemeester en poppemeisjes in groengele nylon avondjurkjes delen de kussentjes met gouden plakken erop rond. De muziek zwelt aan, het publiek snottert, de sporters, zichtbaar op grote schermen, niet. Ontroerd verlaten we allemaal het stadion. Buiten is er nérgens een tentje met ijs, worst of chocola. Wel kunnen we een vlag en water kopen. Iedereen is graatmager en tof, zij het identiek, gekleed. 
In de nachttrein met vierpersoonscouchette eet de mannelijke kaalhoofdige slaapgenoot rauwe eendepoten en lacht zich slap over ons, twee westerlingen met krulhaar.  
" No speek Englisch, Solly " .


Saskia      


met Godelieve en Wenying in Guang Zhou

Hoofdstadion Asian Games

Binnenin het stadion

Iran tegen Kuweit, karate

De stad

Speerwerpen






27 November 2010

Boeddha

De drie Sanbaomeisjes (eentje gekleed in legerkleding met te grote legerkistjes) vertellen dat ze morgen gaan bidden bij Boeddha. Legerkistje(23) is mijn vriendin, met haar doe ik Chinese les en yoga. Het is volle maan en tijd voor een wens. De Boeddha tempel is een uur per bus, morgen om zes uur 's ochtends, dan een wens doen (liefde , geluk). De meisjes slapen in de bus. We lopen een eind door de modder naar de tempel, en het word bijna een opstootje zo moet men naar mij achterom kijken.
Onderweg (er worden gaten gegraven voor waterleiding en rioolafvoer) kopen we wierookstokken en kaarsen. 's Ochtends 8 uur, het is tjokkevol bij de tempel!
De Tempelier (in keurig C&A pak) legt me uit dat ik een goed mens ben want ik heb ronde (vieze)vingers. En ik heb mijn neus van voren en niet opzij, dat was hem meteen opgevallen.
Om ons heen drommen dames in gewatteerde kleurige pijama's met beertjes print, dikke mutsen op. De houten tempelentree is indrukwekkend met kleurige houten beelden. Het is druk, ik volg mijn vriendinnen de trap op naar De dikke Gouden Boeddha van 8 meter en kniel naast een roedel oude vrouwen. Uit mijn ooghoek zie ik jonge knappe monniken in het geel verveeld rondhangen; het is een lucratieve baan want iedereen geeft hen wat. Zoniet de bedelaars op de trappen: langs een middeleeuws inferno van op krukken steunende één-benig blind leger grauw, alles in okergore todden gekleed mét strohoed, werk ik me op naar de Hoofdgod. De Tempelier in C&Apak volgt me steeds en maant me een wens te doen, ééntje maar. Ontroerd doe ik een geheime wens. Ook moet er gegooid worden met een klosje, mijn vriendinnetje wil me helpen maar wordt weggesnauwd door een man.Ik gooi nummer 44, krijg een papiertje nr.44 met mijn toekomst die de Gele Monnik me zal verklaren. Vriendin Legerkistje heeft ook nummer 44. Ze legt uit dat wij maar het gewone volk zijn dus hebben we allemaal nummer 44. Het ziet er niet best voor me uit volgens de mollige monnik met bolle wangen. Snel verander ik mijn geheime wens.
Wat wensen de meisjes? Gezondheid voor hun vader en moeder en geluk voor hun familie. Geen geld of rijke echtenoot, roem of verre reizen. Stevig gearmd lopen we langs de bedelaars naar de Vrouwelijke Boeddha. In een hoek staat een mooi elegant keramisch beeld van een vrouwelijke boeddha. Hier voel je je meteen begrepen in het diepst van je vrouwelijkheid, heel ander koek dan die dikbuikige manboeddha. Terug in de bus hoor ik dat noch de meisjes noch hun ouders gelovig zijn. Tijdens het recente Chinese verleden zijn veel tempels toch in het geheim bewaard gebleven.
Het Boeddisme in China leeft als nooit te voren.

Saskia   



de meisjes en ik

wierook en kaarsen kopen

de bedelaars

De wens doen




23 November 2010

Expositie


Een werkperiode sluit je af met een expositie. Wanneer is een werkperiode beeindigd? Wanneer je licht humeurig bent.  Dan is de periode ten einde en is het tijd voor een tentoonstelling.  Het kleiwerk gaat dan in een oven en dat is dat. De oven brandt ongeveer een dag. Lijkt simpel. 
Niets is minder waar!  
Want de oven is nog geladen aan en overmorgen is de opening gepland. Waarom is de oven nog niet geladen? Dat weet niemand. De Ovenlader komt uit een bekende ovenladerfamilie. Dus doet hij niks fout. Ineens wordt de oven toch geladen. 
Er is paniek want er gaan dingen fout, zoals vieze vingers op het glazuur. De Ovenmeester, (die de oven áánsteekt) z'n schoonmoeder is overleden  dus wordt de oven niet aangestoken. Morgen komt er een andere Ovenmeester wiens schoonmoeder niet dood is. Die moet 12 uur lang zowél de oven als de vier gasflessen in de gaten houden 
Wil van Blokland en ik hebben sulfietwijn gekocht en nootjes. Ik maak van papier aanplakbiljetten met pijlen waarop staat:" Expositie van Wil & Saskia, kom allemaal!" (in het Chinees) en ik prik ze met punaises op de deuren. Met grote dweilen kuisen we de vloeren en iedereen is uitgenodigd. Wil is vier uur naar de kapper geweest en oogt geweldig met rood haar. Ik zal een rode geluksjurk met metalen ketenen en partieel bont dragen en een speech uitspreken met mijn dank. Heet water in kommen drinken we tegen de koude, die wijn is maar voor het idee. 
Morgen weten we of ons werk goed of niet uit de oven komt. Direct aansluitend is de opening en neerzetten van het werk is een fluitje van een cent. Mijn grootste werkstuk (150 cm) ligt in brokken onder de trap. Scheelt in tillen. 

Op de dag van de opening regent het pijpenstelen! Ik heb lijm aan mijn vingers, dat wil er niet meer af. Alles kwam VOLKOMEN verdraaid en kapot uit oven maar ik heb alles geplakt en nu ziet het er leuk uit. Mijn grote kapotte beeld staat buiten met erop het bord:"Expositie". 
Binnen staan schalen met vruchten, buiten is het aardedonker en om zeven uur druppelen de mensen binnen. Rond half acht is het bomvol, zeker twintig mensen. Ik zing ter opening van de expositie een Italiaans lied met Chinese woorden, want de Italiaanse tekst ben ik vergeten. Daarbij: ik ben nu veel beter in het Chinees.
Het is een geweldige opening. Morgen komt de Boxmaker om de dozen op te meten voor transport. De expositie is maar voor één avond.

Saskia

Vlak voordat alles de oven ingaat

Mijn expositie links

Mijn expositie rechts. Wil staat bij het raam, 
haar werk staat in de aangrenzende ruimte.

Ik zing.

met Molly.










19 November 2010

een mondje Chinees


Ik wil graag een beetje Chinees leren spreken.  
Dus behalve "goedemorgen" en "bedankt" probeer ik nu ook andere dingen te zeggen. 

Chinees is een klanktaal. Door de nadruk op een toon te leggen geef je een betekenis aan het woord. Leg je de nadruk elders, verandert de betekenis zoals bijvoorbeeld "mah" (paard). Dat moet je met een duik naar beneden uitspreken. Het zelfde woord maakt van de zin een vraag, mits licht drenzerig gezongen. 
Het is steeds een beetje huilerig zingen in het Chinees. 

Als ik met moeite vraag "wat doe je morgen?" kijkt de aangesprokene me verbijsterd aan. Ik spreek de zin krom uit en het laatste wat ze verwachten is dat ik, the foreigner, iets in hun taal zeg. 
Nu zijn ze in Sanbao, er aan gewend  dat ik met een schrift rondloop waaruit ik wat oplees, als een soort missionaris. Het antwoord schrijf ik op. Zo kom ik toch mooi op een interessante woordenlijst want ineens kan ik verstaan als ze het onderling hebben over mijn beelden op zijn kop zetten. Dus als ik me dan in het gesprek meng met "effanguolai" (omdraaien) dan is men wel helemaal van slag. Of "morgen water toevoegen". Allemaal kleiwoorden.

Ook de yogales krijgt een extra dimensie. Bij de ontspanning aan het einde van de les noem ik alle ledenmaten op. De anderen lispelen de engelse versie. We vinden het allemaal moeilijk. ("Kunnah", heel huilerig uitgesproken) 
Als ik tijdens de lunch een paar ledematen noem dan krullen de piepjonge serveersters zich om de deurpost van het lachen. 

Mooi is  dat er een overwachte ordening gemaakt wordt in het Chinees. Je hand is een onderdeel van je arm, dus een "armeinde". Je tong uit je mond is wat anders dan je tong erin. Lekker drinken, zeg je anders dan lekker eten of -ruiken. Iemand over een vlak stuk wenken is anders dan iemand over een bochelig stuk wenken of via een trap. 
Om een vraag te beeindigen zwaai je omhoog met je stem; zoniet in het Chinees.  "Mah" (langgerekt), zorgt voor de vraag en dus reageert niemand als je vocaal opgewekt omhoog krinkelt. 
"Nee" bestaat niet: "Wil je geen rijst?' Ja, ik wil geen rijst". 

Vanuit het Chinees is het eveneens een hel. Horse wordt house, mouth /mouse, smile /smell, ears /eyes. 
I have been to Páális. Ja, dat is Parijs. 
Excuse my Chinese.

Saskia 





Chinese vaas

geheel Chinees gekleed

mijn Chinese aankondiging

lopend vanuit de werkplaats



.

16 November 2010

De Voetmassage


's Avonds wil een mens wel eens een eenvoudige voetmassage ondergaan. 

De taxi zet je af bii de voetmassagezaak. Een mevrouw in lange nylon avondjurk met linten (Willy Dobbe maar dan Chinees) ontvangt ons alsof we bij de president zelf op bezoek gaan, overal knipmessen belangrijk ogende heren in pak. Zijn we wel bij het goede adres? 
We worden via een lange gang een kamertje binnengeleid. Vijf bedden staan op een rij, schoenen moeten uit, gaat U maar liggen en een platte TV wordt aan gezet met de locale soap. (Verhaal over strenge jongensschool, wijsgeren met één lange vlecht en alles speelt zich enige eeuwen geleden af, het is mooie film) Thee en koekjes staan klaar. 

Daar komen de masseurs in helgeel uniform binnen, jongens en meisjes van nog geen twintig. Ze dragen emmers met flessen,borstels, hamers. Is er iets stuk, gaan ze mijn voeten repareren? In een tobbe kokend water worden mijn beide voeten gezet, ondanks mijn luide protest.  Onder het werk kijken de masseurs neutraal over hun schouder naar de soap op TV. Mijn jongen kneed mijn arm terwijl ik me concentreer op mijn gekookte voetvlees. 
Hij knijpt de bloedsomloop van mijn hand af die asgrauw wordt. Na zeker een minuut zonder bloed mag mijn hand weer tot leven komen. Dan moet ik achterover liggen en in een houtgreep over zijn knieen die genadeloos over mijn rug rollen. Ja, je snapt niet hoe het kan. Toch is het zo. 
Ondertussen schuift hij mijn trui recht en doet een handdoek over mijn schouders. Want het is hier een nette zaak. 
Mijn hoofd is los van de romp, het wordt van links naar rechts geduwd. Mijn arm schuin onder mijn oksel van achterlangs door, krijgt een ruk. Ook de arm is nu los. Ik ben weerloos, en als ik gebroken achterover moet liggen wordt er aan mijn teenpunten venijnig getrokken, op de scheenbenen geslagen en na een úúr voetgemanipuleer komen de hamers er aan te pas. Het had me niets verbaasd als er een schroevendraaier tevoorschijn was gekomen. 

De TV soap heeft allang plaats gemaakt voor een zangprogramma, minder interessant vinden ook de masseurs. Want die kijken nu naar de muur achter mij. 

Heb ik bloedarmoede of moet er een kwade geest uit mij gedreven worden? Want nu is het tijd voor vreemde glazen zuigelementen die onder mijn voet vacuum gezogen mijn voetvel naar binnen trekken. Ik ben bang dat ik helemaal in dat glasding verdwijn! Ondertussen masseert de jongen mijn dijen met een blik alsof hij de slechte beursberichten leest. Als de Maagdenburger Halve Bollen onder mijn voetzolen eindelijk wegmogen krijg ik schone sokken aan met het embleem van de zaak. Ik ben half ingeslapen, moet acht euro betalen en neem een gammele taxi naar huis over de weg vol diepe gaten. Een zelfde soort massage maar dan voor auto's. 

Saskia     


 boomlange grote neus begrijpt het weer niet.

voetenkook en arm los van de romp


 teenpunttrekken



12 November 2010

De klei- en andere werken.


Wat heb ik nu gemaakt na 5 weken stug werken in dit materiaal dat mij toch relatief onbekend is?
 Ik wilde een groot stuk maken uit diverse delen die op elkaar passen. Ik wilde een mal maken van een paard en ik wilde een vaas beschilderen en  experimenteren met glazuren.  Ik wilde een assistent. Ik wilde met inkt tekenen.

Allemaal gedaan! Met wisselend succes, dat wel... 

Voor de assistent (jonge student die niks weet) was ik nog zenuwachtiger dan hij voor mij. Ik maakte voor hem schoon en uiteindelijk ging hij mijn werk netjes maken. De kleirulletjes wegharken. Ik kon hem niet duidelijk maken dat ik hem niet meer wilde dus de volgende dagen kwam hij opgewekt weer rulletjes gladmaken.  Toch is er iets Groters dat hem heeft doen begrijpen dat het niet ging met de Vreemde Buitenlander.  
Het grote stuk (drie dragers, daarop twee dragers en daarop een liggende stier op blok) is nog steeds niet droog, het zal misschien niet gebakken worden want ik kan in mijn eentje niet zo'n grote oven vullen. 
De paardenmal is gemaakt. 
De kleinere beelden lijden onder breuk en barst. 

Wegens het ontbreken van (Engelssprekende) begeleiding lijkt het bij sommige werkjes of er een grote emmer yoghurt overheen is gegooid. Blauw/wit en hoogglanzend lachen de beelden mij uit en ik kijk naar ze alsof ze door een onbekende zijn gemaakt. Voordat ze de oven ingaan kijk ik bij de glazuurafdeling: 5 grote emmers met gebarsten droge emulsie. Er hangt een glazuurkeuzeplaat aan de wand: die is overbodig want juist die kleuren zijn hier niet aanwezig. Ik koop in de stad een potje glazuur met Delftsblauw en nu staat er een nieuwe Stier klaar in yoghurt gedoopt met Delfstblauw geschilderde krullen en bruine vlekjes. Ook het Paard heeft de mazelen met blauwe vlinders. 
Ik maak nog een paar paarden, hopend op zonnig weer in verband met drogen. Het werk kan immers pas gebakken worden als het door en door droog is. Vandaar dat ik bij aankomst meteen als een dolle hond werk produceerde, nu doe ik rustiger aan.  

Ik heb een schilderateliertje gemaakt in een onaf bijgebouw. Met inkt en kwasten teken ik op dun rijstpapier. 

Timing dicteert dat ik geen nieuw werk in klei meer maak maar hooguit nog wat glazuur experimenteer. Zojuist raakte ik geheel over mijn toeren door het volgende: maak ik een mal van het grote beeld? Als ik drie exemplaren uit de mal haal zijn ze dunner, drogen ze sneller en is er grote kans dat er eentje góéd uit de oven komt. De keuze is al gemaakt en het beeld is gebarsten in de oven. 

Saskia

Bijna alles op een tafel

Werken in de grote binnenplaats

Tekeningen op rijstpapier

Teken-atelier

De maaltijd

Rijst eten





9 November 2010

De Bronsgieterij


 Ik heb van een Chinees meisje een portretje (25 cm.) gemaakt om in brons te laten gieten, het malletje is al klaar. Een zondags tochtje van drie uur met de auto zal me naar een bevriende bronsgieterij in de buurt brengen.
We vertrekken om 5 uur in de ochtend, dan hebben we mooi de tijd bij de gieterij. Er hangt een matras van mist om de auto als we rijden. 
Af en toe stopt de chauffeur om aan voetgangers de weg te vragen (???). 
Als de zon opkomt zien we de omgeving; lege grauwe nieuwe en toch halfverlaten  lintbebouwing. Rijkerwordende jonge Chinezen willen allemaal een huis bouwen. Ze bouwen een woning voor hun ouders die er vervolgens niet in willen wonen, met dit tot gevolg. 
Soms loopt er een karbou langs de grote snelweg. Grote vrachtwagens passeren nét nét nét op het juiste moment elkaar of een brommerkar met hoog opgetast hooi waaronder de chauffeur nergens meer te zien is. 

Om twaalf uur, (zeven uur later) komen we gaar aan. 
Ik had gevraagd of de gieterij een emmertje water klaar wilde zetten waar mijn mal nat in kon worden en een pannetje was, dan kon ik alvast een wasmodelletje maken en zelf bij werken. Dit kan ik dan achterlaten om te laten gieten. "De gieter vindt het vast prettig dat ik al een beetje vooruit denk", dacht ik. 

Een uniform met pet opent het hek en een kwartier rijden later zit ik voor het mahoniehouten bureau in het kantoor van de directeur. 
"Hoeveel stuks wil ik hebben, drie- of vierhonderd?". We komen er niet uit met de prijs, en doen dus geen zaken maar wel we blijven vrienden. 
Ik mag de zes gouden showrooms bekijken en daarna de gieterij. De schaal is minstens honderd maal groter dan wat ik van gieterijen gewend ben. Alle gigantische beelden op het uitgestrekte grasveld zijn van polyester. 
Het is zondag dus is het bedrijf gewoon in volle gang.
Om één uur stappen we snel weer in  want het is nog een eindje rijden. Als we om zeven uur lámgeslagen, vol nootjes en bananen, terug in Sanbao (stikdonker) komen, blijkt er een locale bronsgieterij hier vlakbij in Zingdezhen te zijn.  
Toch ga ik binnenkort eens zaken doen met de bronsdirecteur. Dat weet ik zeker.
Website gieterij: www.jx-yf.com

Saskia


De stad Nanchang, Jiangxi.

Eén van de gouden showrooms.

Het beeldenpark bij de entree, allemaal van polyester.

Een Lotusbloem (30 m.hoog) wordt "afgevormd".

Mao wordt niet alleen in keramiek opnieuw gemaakt

Werkers bij de arm van een boeddha, zandgieting.

Een greep uit de grote beelden die nog gegoten gaan worden.

Vrouwen werken aan de wasmodellen

Vergroten van klein ontwerp

Lege nieuwbouw, vanuit de bus.







5 November 2010

Van uw correspondent uit China.


Overal kom ik nog Mao tegen. Posters in roze en geel en porceleinen Mao-beelden van 150 cm. op straat. 
Kussen op de wang mag niet, dat doe je met je boyfriend. Zelfs je ouders kussen je niet. 
Dik zijn mag niet, dan ben je lui en daarom dik en word je uit de groep gestoten. 
Het woord "nee" bestaat niet, je draait er een beetje om heen. 
Advies geven doet men niet, je laat de persoon aanrommelen tot dat alles in de soep draait, anders bezorg je de ander gezichtsverlies en dat kan niet. Als een onbekende op straat valt loop je snel door, niet mee bemoeien. 

De "buitenlander" (in de provincie) is per definitie nog iemand om oeverloos aan te staren. 
Reizen naar het buitenland is heel zeldzaam want veel te duur en je moet er de contacten voor hebben, en die heb je niet. Chinezen weten goed dat ze een eeuwen oude cultuur hebben, en putten daar bijna dagelijks uit. 
Het recente politieke verleden is iets waar je niet over spreekt; geen wonder want je wilt niet herinnerd worden aan het feit dat je onder andere met stenen de vogels hebt opgejaagd. Die vielen van vermoeidheid zo maar uit de lucht; dood. Het was een Mao-verordening; vogels waren nutteloos, moesten dus dood en het gevolg was onder andere een enorme hongersnood want de insecten werden niet opgegeten dus de oogsten mislukten. 
Op het gezicht van veel Chinezen valt weinig gemoedstoestand te lezen, dat was destijds te gevaarlijk. Oude Chinezen, zoals de moeder van Jackson Li, de oprichter en baas van Sanbao, hebben het allemaal zien gebeuren, de ontberingen en vernederingen. 

Nu is er de geld-koorts. De laatste 10 jaar is als een opgeblazen ballon,  er is steeds meer luxe en steeds meer verstedelijking. Ik zie werkeloosheid, armoede. 
De Chinese studenten die hier werken zijn ontzettend ijverig, ze doen hun uiterste best. Als je iets niet snapt zeg je toch "ja". 
Moeilijke gesprekken mogen wel apart gevoerd maar verder hou je het luchtig en lacherig. 
Als het etenstijd is (om half negen, twaalf en om zes uur) laat je alles uit je handen vallen en ren je naar de rijstkom.
Je scheld je mindere en ook je vrouw publiekelijk uit en daarna ook je hond. 
Je spuwt en rochelt uit beleefdheid en de Wc's zijn overal vies.

Mao wordt gemaakt

De stad op een rustig moment

Een huiskamerinterieur

nog één.

De werkplaats

vrolijkheid in het theater

Mao wordt nog steeds gemaakt









1 November 2010

Reisje naar de bergen


Er is een reisje georganiseerd van vijf dagen naar de bergen.  De paddenstoelvelden en de theeplantages bekijken. Ik pak een plastic zak met warme kleren want het schijnt koud te gaan worden en we zullen vast onderdak krijgen in een eenvoudige boerenstal. Na een zes uur bloedstollende busrit komen we aan in een enorme stad. In vijftien jaar tijd rijzen de wolkenkrabbers als paddenstoelen uit de grond. In het vijf-sterren hotel ontvangt men ons met wimpels ("welcome to the foreign artists!")en veel te veel vuurwerk. Het lijkt wel oorlog. Na het verplichtte en verfijnde diner zonder conversatie, (niet met mij maar wel met de mobiele telefoon) mogen we kijken naar drie meesters in de tekenkunst. Een waar feest. Daarna naar de Karaokebar waar schijven meloen lagen opgestapeld, warm-vochtige handdoekjes en veel flessen bier. Na bier gedronken te  hebben moest je Michael Jackson nadoen. Of Sting. Of Elton John. Ik vluchtte weg op mijn bergschoenen. 
Dag twee: we reizen naar de bergen, en zien keramische wonderen waar ik soms niet helemaal de porté van begrijp maar dat komt omdat ik een maagd in Keramiekland ben. 
De calligrafiemeester tekent speciaal voor mij  een chinees gedicht. Er staat: "de tijger zal de wolk vangen". Hij kijkt ondoorgrondelijk en mij niet aan. De volgende dag moet ik de tekening inleveren en krijg ik een nieuw (gekreukeld) exemplaar met zijn stempel.
Daarna zijn we bij Mister Ziang te gast. Mister Ziang (ongeveer 40 jaar) toont ons zijn, inmiddels verlaten geboortedorp met een prachtig tempeltje waar geheimzinnige houten damesboeddha's achter een gordijntje zitten. Later op de dag zullen er zaken gedaan worden over de aankoop van het dorp om er een kunstenaarsdorp van te maken zodat het plaatsje een nieuwe toekomst kan krijgen. Mister Ziang bezit verder nog een kopermijn (N.W.China), een bedrijf in koelkasten en airconditioning en een aantal hotelachtige plekken waar hij dolgraag kunstenaars wil uitnodigen. We komen op een volstrekt verlaten locatie aan waar hij een splinternieuwe compound heeft gebouwd met de nieuwste technologische snufjes zoals een draaipaneel voor de bedlampjes en matglas rond de toilet zodat je toch zichtbaar bent (hier heel gewoon). Een paar prachtige uit steen gehakte olifanten bewaken de poort en de tuin is Chinees verantwoord ingericht met watervalletjes, steenformaties, bruggetjes en bamboeplanten. Het is ijs- en ijskoud. 's Ochtends is er heet water en gekookte deegwaar voor ontbijt. De huishond met vijf jongen lijkt meer een jakhals. Mister Ziang neemt overal steeds foto's en is niet te beroerd om mee te helpen koffers in de bus te tillen. 
De dag erna reizen we op uitstekende wegen door naar Wymountain, door de champion- en theeplantages. Overal zijn de bamboebossen dik gezaaid. Ik verwacht een boerendorp maar nee: weer rijden we door een in tien jaar opgepompte stad vol winkels met enorme gelakte houten beelden van arenden, tijgers en beren, herten en boeddha's. En straten vol theewinkels. Weer een enorm hotel, dit keer geen bijzondere ontvangst of het moesten de vieze kamers zijn. De berg "Wyemountain" blijkt een gigantisch natuurpark met onbegrijpelijk gevormde rotsformaties. Is heel China vandaag hier uitgenodigd? Het is eivol. En het is prachtig. Langs angstwekkend smalle trappetjes klimmen we naar de hemel, kijken we ademloos naar het diepe dal en met bibberknieen dalen we met heel China en masse af. Onbegrijpelijk mooi. Na thuiskomst (een busrit van een dag langs rijstvelden vol oogstende boeren en hier en daar een karbouw) blijkt niemand de kleioven te hebben geladen.
Saskia


ontvangst bij het dure hotel van de heer Ziang met rode vaandel
 "welcome to the foreign artists!"

Ik krijg een calligrafie van de grote meester zelf.

ontbijt in het hotel in de bergen met warme roze drank en namaakroos.