3 October 2016

Sprakeloos

Ik geloof het nog niet. Of ik even aan tafel wil komen zitten. De directeur van Tree Art Museum vraagt mij of ik het beeldje van de dansers drie meter groot kan maken. Ja, natuurlijk kan ik dat. Wat ik nodig heb is een studio, materiaal, een assistent, tickets en een Chinese taalleraar. Het werk wordt in brons gegoten en gaat naar drie exposities. Misschien willen ze nog ander werk?  Ze denken er nu over na. Vanavond naar een speciaal restaurant 'vlak bij', een dik uur rijden in Beijing is niks! Morgenochtend vroeg pakken we het vliegtuig terug.
Ik ben de hele avond nog sprakeloos.
Saskia





Hemels

1 oktober 1949, begin van volksrepubliek China. Op het Plein van de Hemelse Vrede zijn nu feestelijke parades. In twee uur rijden we naar een museum in Tienjin, havenstad van Beijing, (13 miljoen inwoners) waar een jaar geleden een industrieterrein is weggevaagd door een explosie met chemicaliën.
De burgemeester, wat regeringsmannen en zakenmannen speechen, na een rijke lunch met wijn, de hele middag over de toekomst met kunst. De economie zoekt namelijk een nieuwe culturele weg en lege musea hebben ze hier genoeg. Onze museumdirecteur zingt een liedje bij de gitaar en iedereen krijgt, heel modern, koffie. Wat een ontvangst! We worden als VIP's onthaald. Elke minuut wordt gefotografeerd. 's Avonds is er een muziekband met barbecue buiten en worden onze cadeaus overhandigd. Na een paar glazen wijn wordt het gezellig; de vertalers rennen heen en weer. Maar chinezen kunnen niet tegen drank dus er is geen werkpresentatie en we gaan hals over kop weg.
Wat een geweldig onthaal hebben wij, buitenlandse kunstenaars, gekregen! In het regeringshotel kunnen we om half negen geen borrel aan de bar krijgen.
Morgen gaan we Tienjin in.
Hoe ga ik thuis weer wennen aan het gewone leven?
Saskia








1 October 2016

Museum 'Boomschors'

Vanochtend bezocht: een museum met een buitenkant als boomschors met grote, morsige ruimtes vol kunst. Kunst? Ja, toch wel. Beelden van namaakbont,
bronskleurig plastic en ook veel aan de wand. Porseleinen platen met klassiek geschilderde voorstellingen en buiten is er een kunstbeurs. Tijdens de lunch maak ik kennis met een schilder.
In zijn studio staan rijen schilderijen met bekende figuren uit China en uit de rest van de wereld. Ik herken de filosofen uit mijn tekenboek en toon ze aan de schilder op mijn telefoontje. Hij spreekt geen Engels dus is zijn reactie lauw maar mijn Chinees wordt steeds beter.
Saskia
Ps. Morgen gaan we naar Tianjin om voor de conferentie een lezing/presentie van ons werk te geven.






Vrienden

Beijing heeft maar achttien miljoen inwoners, Shanghai heeft er drieëntwintig. Het is een woud van wolkenkrabbers! Ondanks de hoge snelheidstrein naar Beijing komen we bijna te laat bij onze opening in het Tree Art Museum. Ik zie meteen mijn werk staan, wat een sensatie! Ons werk staat anders opgesteld dan verwacht en het museum is ook anders dan op de foto's maar het is prachtig van architectuur met veel glas en water. De leuke achtergrondtekeningen blijken van de spil van de expositie; Niou Bo, beroemd kunstenaar. Ik complimenteer hem in het chinees, maar hij mijdt mij de rest van de avond.
Na het diner met de museumdirecteur zoeken we een bar en na een half uur lopen langs de snelweg komen we bij een plek waar mannen verveeld aan tafeltjes hangen. Een koppel probeert in een microfoon eenstemmig te zingen. Zeepbellen geven een romantische touch. De man sleept een kleuter op zijn schouder mee. Dat kind wil natuurlijk niet! De muziek staat keihard en het moet eng zijn met al die halfdronken mensen. We worden met iedereen vrienden. .
Saskia
Ps. Vandaag gaan we de galeries bekijken. Ik heb rood papier met goudvlokken gekocht.


Achter mijn rechterschouder zie je onze namen.

De hotelkamer

Het is een zaal waarin ik vannacht slaap. Een bed voor vijf personen met een matras als een wolk. Je voelt je meteen verloren, waar zijn de anderen?

Een douche met een enorme douchekop, een apart bad, een ijskast vol met lekkers. Briefpapier, een lel van een tv (doet het niet) en een zitkamer, alles uitgevoerd in Louis Seize. Dat wil zeggen witte lak met gouden krullen, (ook het kastje met de gasaansluiting voor warm water). De badlakens doen helemaal hun naam eer aan, gouden kranen en alle badproducten waar een mens van dromen kan. Er is zelfs een strijkplank. (Huh? Dat WORDT toch voor me gedaan?) maar dat bed, dat slaat alles. Zelfs als ik er diagonaal in ga liggen kan ik er nog in zwemmen.

In de gangen met hoogpolig tapijt waar je tot over je knieën inzakt staan sierlijke bakken met wit zand waarin het logo van het hotel met een stempel is ingedrukt. Dat is om je sigarettenpeuk in uit te maken. Is het wel zand?
Saskia