16 October 2012

Een tochtje door de stad

Tijdens een fietstochtje door een wijkje net achter de hoofdstraat van Jingdezehn leer je de stad anders kennen. Ik geloofde mijn ogen en neus niet. Ben ik in een Middeleeuws tafereel beland? Ik fiets door bergen stinkend en smeulend afval waar kleine kindertjes op blote voetjes spelen en hun behoefte doen. Soms zie je een muur van opgebonden oude matrassen waarachter mensen wonen. Er is altijd wel een jong hondje met een touwtje strak om zijn nek dat vrolijk en vief op je af wil springen. Ik fiets door steegjes waar op de grond permanent rottend vunzig water sijpelt. Uitkijken dat ik niet uitglijd want dat ben je verzekerd van de goeie infectie!
Langs de spoorweg zijn overal kleine fabriekjes met grote-en kleine porseleinen potten, overal is er stof. Je haar gaat er wel leuk door zitten. Bij  de spoorboom is het tjokvol met kreupelen op krukken en mismaakten, fietskarren boordevol gestouwd met breekbaar ongebakken vazen, en moeders met een mollige baby op de arm. . De ellenlange trein dendert vol geweld langs.
Je kan, buiten op een bamboe stoel, een haarknipbeurt krijgen, vlak naast de spoorboom. De kapper knipt onverstoorbaar tussen het opstuivende stof door.  Veel vrouwen dragen leren hotpants op hoge hakken met nylons en zedige truitjes met kanten kraagjes. Duidelijk hoge mode.
De lucht is grauw en het is warm en bedompt weer. Langs de spoorlijn zijn kleine groentetuintjes gemaakt, tevergeefs tegen het stof bedekt door gescheurde plastic zakken. De groenteprijzen zijn onlangs gestegen.
In de donkergrauwe ruimten van de slechtgebouwde flatgebouwen zie je mannen aan tafels dobbelen. Is dit armoede? Ik denk het wel. Maar misschien ook niet want ik kijk door mijn westerse bril die ik maar niet af krijg.


No comments:

Post a Comment