14 December 2010

KARAOKE

Het is Bonte Avond, we gaan met de gansche groep naar de Karaoke. Ik zeg steeds Karááoke. Fout. Karaokéé.
De werkmannen, (pottendraaiers en timmermannen)de vrouw van de werkman (130 cm hoog, rode wollen muts) de meisjes (Legerkistje & Langhaartje) mijn vriendin Wenying, een vrouw die een Hoge Piet is bij ruimtelijke Ordening van deze Provincie en nog een paar mensen.
Het is een avond uit!

Er is een zaaltje gereserveerd met een lange bank, in het halfdonker dwarrelen electronische lichtjes neer en het raam, lekker fris, staat open. Er wordt lekkers neergezet, meloenschijven en thee. "Take some flute!" Roodwollen Muts knijpt steeds in mijn knie, we biggen tegen elkaar. Ik maakte haar portretje in klei en ze is er erg trots op.
Wil heeft een fles wijn bij zich, die schenken we uit over twaalf man. Op het projectiescherm verschijnen filpmjes met Chinese zangers in pasteltinten en het is een drukte van belang om liedjes uit te zoeken: Whitney Houston of Madonna? Marvin Gay (wie is dat ook weer) of een Chinese popstar?
Niemand durft de microfoon te pakken. De muziek staat zo hard dat je niks verstaat en we zitten allemaal naast elkaar een beetje te lachen. Wie wel de microfoon pakt hoort zichzelf niet meezingen, dat is een voordeel. Dan komt er een mollige man binnen, zijn ogen liggen als bolle eieren in zijn gezicht: de baas van de Hoge Piet.
Hij pakt de microfoon en zingt ongelooflijk vals een lied mee. Hij kijkt ondertussen naar de Chinese tekst onder aan het scherm waar een knappe jonge man met open bloes in de wind op een bergtop gekweld naar den einder kijkt. De Baas voelt zich als de Open Bloes en gebaart naar mij; ik moet meezingen. Natuurlijk zing ik mee; ik kan immers Chinees praten én -lezen! Dan wil hij dansen met Wenying en mij. Wil springt op en danst met hem. Deze lange Hollandse Sliert, Dé Angst van elke mannelijke Chinees, voert met Baas een swing uit. Baas lacht, in het kantoorleven is hij een beul, schreeuwt Hoge Piet tegen Wenying, die vertaalt. Godelief trekt de grootste plakkers van de bank en met ogenschijnlijke tegenzin beweegt alles voor het grote lichtscherm. Voor één keertje in je leven voel je je de ster van de avond.
Bij de Chineese tearjearckers gaat iedereen los en als de chauffeur van het busje ook nog binnenkomt weten we ons één grote familie.
De thee is op.
We gaan terug.

Sentimenteel duiken we de bus in na tweehonderd yuan (twintig euro) neergelegd te hebben voor de hele avond. In de bus zingt de Oude Pottenbakker Mongoolse liedjes, hij maakt vreemde duiken en draaien met zijn stem. Het klinkt prachtig. De chauffeur van de Sanbaobus (ziet eruit als een bankovervaller) zingt een lied over een meisje dat hij uit het naburige dorp gaat ontvoeren. Schietende handgebaren en meedeinende armen, de bus maakt sprongen over de kuilen. Als haringen in een vat, zo vol is de bus en we lachen want de avond was tóp.

Eenmaal terug op de kamer wordt er geklopt; het zijn Legerkist en Langhaar. Ze geven me een zelfgemaakte zakdoek ("jaa, staat leuk zo, die zakdoek in je haar") als afscheidscadeau; "You are my idol". Ze komen gauw langs in Nederland want échte vriendschap gaat nooit over.
Kom daar mee eens thuis om.



Saskia Pfaeltzer
http://www.pfaeltzer.nl

No comments:

Post a Comment